In het spraakgebruik worden indexbeleggen en passief beleggen vaak door elkaar gebruikt. Echter, er is verschil. Passief beleggen betekent in wezen alleen dat de belegger niet of nauwelijks handelt op de beurs. Indexbeleggen betekent alleen dat een belegger belegt in een pakket effecten dat overeenkomt met een (smalle of brede) index. Passief beleggen verwijst dus naar de frequentie van handelen op de beurs en indexbeleggen naar de samenstelling van het pakket dat gekocht wordt.

Actieve indexbeleggers
Sommige beleggers kopen een (meestal smal samengesteld) indexfonds en gaan vervolgens actief beleggen door dat indexfonds op een bepaald moment te verkopen. Stel een belegger koopt een indexfonds dat de Koreaanse beursindex volgt. Als hij na enige tijd verwacht dat de Taiwanese beurs het beter zal gaan doen dan die van Korea, kan deze indexbelegger besluiten het Koreaanse indexfonds te verkopen en het geld te beleggen in een indexfonds dat de Taiwanese beurs op de voet volgt. Dit heet 'county picking', het selecteren van de best presterende landenbeurzen. Actieve indexbeleggers kunnen ook sectoren selecteren en daarin actief handelen ('sector picking'). Actieve indexbeleggers maken meestal gebruik van beursgenoteerde indexfondsen, zogenaamde ETF's of 'trackers'.

Passieve beleggers die niet in de index beleggen
Er zijn beleggers die niet of nauwelijks handelen op de beurs maar geen index volgen. Iemand die een pakket Shell aandelen erft en daar verder niet actief mee handelt, is een passieve belegger maar geen indexbelegger. De beroemde Amerikaanse superbelegger Warren Buffet is een passieve beleggers maar hij volgt geen index. De bedrijven waarin hij belegt selecteert hij met de grootste zorg om ze vervolgens 'eeuwig' vast te houden.

Kortom, niet iedere passieve belegger is een indexbelegger en niet iedere indexbelegger is een passieve belegger. Het boek ‘De Schitterende Eenvoud van Indexbeleggen’ gaat over passief beleggen in breed gespreide indices.